Skip to main content

Anke Zegers over haar ‘Why’ om de PresentChild methode verder te verspreiden door Nederland en België

“In mijn lichaam kan ik het schuldgevoel nóg voelen dat ik kreeg als mijn dochter weer benauwd was. Episodes van volle longen met uiteindelijk langdurig medicijngebruik tot gevolg. Haar longen vulden zich met slijm en met name ’s nachts had ze hier heel veel last van. Dat schuldgevoel was voor mij een teken dat ik blijkbaar ergens al ‘wist’ dat de benauwdheid niet van haar was. 𝗜𝗻𝘁𝗲𝗿𝗴𝗲𝗻𝗲𝗿𝗮𝘁𝗶𝗼𝗻𝗲𝗹𝗲 𝗯𝗲𝗻𝗮𝘂𝘄𝗱𝗵𝗲𝗶𝗱, zo zou ik het nu noemen.

Mijn dochter liet me met haar astma een weggestopt deel in onze familielijn zien. 𝗧𝗲𝗿𝘂𝗴𝗸𝗶𝗷𝗸𝗲𝗻𝗱 𝗵𝗲𝗲𝗳𝘁 𝗺𝗶𝗷𝗻 𝗷𝗼𝗻𝗴𝘀𝘁𝗲 𝗺𝗲 𝘄𝗲𝗲𝗿 𝗹𝗲𝘃𝗲𝗻 𝗶𝗻𝗴𝗲𝗯𝗹𝗮𝘇𝗲𝗻. Kippenvel krijg ik nog steeds als ik hierbij stilsta.

Mijn innerlijke ‘Why’ om deze methode verder door Nederland te verspreiden komt voort uit wat het mij en mijn gezin heeft opgeleverd. De spiegels van mijn dochters hebben mij als mens dichterbij mezelf gebracht, het heeft ons als gezin de vrijheid gegeven om naast elkaar te zijn wie we zijn én het allerbelangrijkste is dat Femke nu ademvrij is, haar astma is verdwenen.

Toen ik aan de Training tot Kindertolk begon was ik me bewust 𝗱𝗮𝘁 𝗳𝘆𝘀𝗶𝗲𝗸𝗲 𝗸𝗹𝗮𝗰𝗵𝘁𝗲𝗻 𝗲𝗲𝗻 𝘀𝗶𝗴𝗻𝗮𝗮𝗹 𝗳𝘂𝗻𝗰𝘁𝗶𝗲 hadden. Ik wist toen nog niet dat fysieke klachten bij kinderen ook een uiting konden zijn van intergenerationeel trauma.
Tijdens de opleiding, waarin ik leerde gedrag en klachten van kinderen op te helderen voor ouders en zag hoe het bij het kind verbeterde of zelfs verdween, werd bij mij de nieuwsgierigheid en diepe wens gewekt om mijn toen nog astmatische dochter medicijn vrij te krijgen. Zou dat kunnen?

Mijn dochter had al vanaf 1,5 jaar benauwdheidsaanvallen, 2 maal tot ziekenhuisopname toe. Haar zuurstofopname was dan zo laag dat ze ondersteuning kreeg met zuurstof en een flinke dot medicijnen (ontstekingsremmer en vaatverwijderaars).

𝐈𝐤 𝐯𝐞𝐫𝐭𝐞𝐥 𝐣𝐮𝐥𝐥𝐢𝐞 𝐡𝐢𝐞𝐫 𝐡𝐨𝐞 𝐝𝐢𝐭 𝐩𝐫𝐨𝐜𝐞𝐬 𝐯𝐞𝐫𝐥𝐢𝐞𝐩, 𝐳𝐨𝐝𝐚𝐭 𝐣𝐮𝐥𝐥𝐢𝐞 𝐤𝐮𝐧𝐧𝐞𝐧 𝐯𝐨𝐞𝐥𝐞𝐧 𝐰𝐚𝐚𝐫𝐨𝐦 𝐦𝐢𝐣𝐧 𝐰𝐡𝐲 𝐳𝐨 𝐬𝐭𝐞𝐫𝐤 𝐢𝐬.

“In mijn lichaam kan ik het schuldgevoel nóg voelen dat ik kreeg als ze weer benauwd was. Episodes van volle longen met uiteindelijk langdurig medicijngebruik tot gevolg. Haar longen vulden zich met slijm en met name ’s nachts had ze hier heel veel last van. Dat schuldgevoel was voor mij een teken dat ik blijkbaar ergens al ‘wist’ dat de benauwdheid niet van haar was.
𝗜𝗻𝘁𝗲𝗿𝗴𝗲𝗻𝗲𝗿𝗮𝘁𝗶𝗼𝗻𝗲𝗹𝗲 𝗯𝗲𝗻𝗮𝘂𝘄𝗱𝗵𝗲𝗶𝗱, zo zou ik het nu noemen. Mijn dochter liet me met haar astma een weggestopt deel in onze familielijn zien. Het ging over kwetsbaar mogen zijn, moeilijke dingen delen en mogen ‘zeuren’. Over dat wat ik als kind voelde, dat ik niet kon zijn wie ik wilde zijn. Dit stond het me in mezelf veilig voelen, door mezelf te kunnen tonen in welke staat van emoties dan ook, in de weg.  Binnen ons gezin werd positief zijn, zien wat je wel had en niet zeuren geleefd. “Wat ben je toch gevoelig”, kreeg ik vaak te horen.

Bij mijn collega-kindertolk Anke Warmerdam vertelde ik het verhaal over de astma van mijn dochter en zij vertaalde de boodschap die mijn dochter met haar fysieke klachten aan mij wilde vertellen. De zinnen uit het verhaal die Anke voor mij vertaalde, brachten me in contact met een periode waarin ik als kind in mijn eentje enorm heb geworsteld met allerlei heftige gevoelens. Als me iets gebeurde kon ik dat niet delen en dus ook niet van mijn gevoelens leren. Wat hadden ze me te vertellen? Hoe moest ik er mee omgaan?
Er was geen hulp en dat alles-alleen-moeten-doen gevoel was te pijnlijk. Ik stopte met het uiten van mijn gevoelens bij anderen. Het 𝗼𝗻𝗱𝗲𝗿𝗱𝗿𝘂𝗸𝗸𝗲𝗻 𝗲𝗻 𝘃𝗼𝗼𝗿 𝗺𝗲𝘇𝗲𝗹𝗳 𝗵𝗼𝘂𝗱𝗲𝗻 𝘃𝗮𝗻 𝗺𝗶𝗷𝗻 𝗴𝗲𝘃𝗼𝗲𝗹𝗲𝗻𝘀 werd makkelijker dan ze uiten.

Mijn 𝐝𝐢𝐞𝐩𝐞 𝐰𝐞𝐧𝐬 voor mijn dochter was, dat ze geen ontstekingsremmende medicijnen meer hoefde te gebruiken die de astmatische klachten eigenlijk alleen maar onderdrukten. Dit was natuurlijk ook een diepe wens voor mezelf. Ik mocht het benauwde en boze meisje dat ik in mijzelf onderdrukte gaan bevrijden en mijn emoties leren uiten. 𝗗𝗮𝘁 𝘄𝗮𝘀 𝗺𝗶𝗷𝗻 𝗽𝗿𝗼𝗰𝗲𝘀.

Onder dat gewonde meisje kwam 𝗲𝗲𝗻 𝗽𝘂𝘂𝗿 𝗸𝗶𝗻𝗱, 𝗱𝗮𝘁 𝗲𝗿 𝗴𝗿𝗮𝗮𝗴 𝗽𝗿𝗮𝗮𝘁 𝗲𝗻 𝗱𝗲𝗲𝗹de vandaan. Dit meisje was ik gewoonweg vergeten.

Ik had als kind een soort motor in me die van binnenuit wilde delen wat er in me omging. Ik wilde vertellen, contact maken. Maar vooral al die gevoelens die ik had ruimte geven. Intens voelde ik alles; blij, verrast, schaamte, verdriet, boosheid. Ik had een soort urge om daarover te delen, alsof ik er telkens achter kwam dat ik dit voor het eerst kon. Alleen was er in ons gezin geen ruimte. We hadden een fruitteelt bedrijf waarin er eigenlijk altijd een eindeloze hoeveelheid werk was en tijd te weinig.
Ik was de jongste. En ik weet nog goed hoe het voelde als ik tijdens de avondmaaltijd wilde delen over van alles wat ik had meegemaakt. Maar mijn dingen waren, zo voelde het voor mij, kleine mensen dingen. Als ik zeurde om aandacht of mijn verdriet toonde dan kwam de “niet zeuren” aan bod of de “Je moet positief zijn, dan is het leven veel leuker”.

De kanttekening die ik bij dit verhaal wil maken is dat mijn ouders goede mensen zijn. Ze hebben me gegeven waarvan ze dachten dat dat goed was. Ze gaven me wat ze zelf gehad hadden en wat ze dus kende. Er was in die tijd nog geen bewustzijn op het doorgeven van patronen en pijnen, dus wat je niet weet kun je ook niet veranderen.

Wat de astma van mijn dochter me wilde tonen is dat IK het lastig vond om me, onder deze omstandigheden in dit gezin, te tonen zoals ik wilde. Want het deel dat ‘alles wat ik meemaakte graag wilde delen’, ging zo de prullenbak in. Ik ben zo vaak afgekapt en in mijn woorden onbeantwoord dat ik gestopt ben me te uiten. Poh dat gevoel van niet gehoord worden was zo heftig, dat het stoppen van die motor van binnenuit makkelijker was.
Terwijl ik dit schrijf voel ik het keerpunt. Het wegstoppen van mijn pijn en het ontstaan van mijn overlevingsmechanisme.
Ik ging luisteren naar anderen en zette mezelf op een lagere plek zetten, van binnenuit ontstond het gevoel dat ik minder belangrijk was. Ik werd heel goed in zien wat de ander nodig had. Mijn ouders helpen waar nodig, om zo binnen ons gezin toch gezien te worden. “Anke die kan zo goed koken, bakken, schoonmaken, helpen in de winkel.”
En wat hieronder schuilging was een ‘benauwdheid’ om mezelf te tonen met de zogenaamde ‘moeilijke gevoelens’ en een bijbehorende angst (onveilig gevoel) omdat ik zelf voelde dat ik hiermee niet geaccepteerd werd. Dit deel spiegelde mijn dochter Femke met haar astma.

Na de vertaling begon mijn proceswerk. Het voelen van mijn gewonde kindpijn, er zijn voor mezelf, dit delen met mijn man en vriendinnen. Ventileren, ventileren en nog eens ventileren. En vervolgens leren om zelf mijn behoeftes te vervullen. Hier heeft mijn dochter me nog vaak mee geholpen, als zij begon te roggelen of hoesten wat eindigde in benauwdheid dan wist ik dat ik ergens iets van mezelf liet liggen. Waar keek ik niet naar, wat voelde ik niet, of welke behoefte vervulde ik niet, of gaf ik mezelf teveel weg. En het bijzondere was dat als ik daarnaartoe bewoog de klachten bij mijn dochter in no time verdwenen waren.

𝗧𝗲𝗿𝘂𝗴𝗸𝗶𝗷𝗸𝗲𝗻𝗱 𝗵𝗲𝗲𝗳𝘁 𝗺𝗶𝗷𝗻 𝗷𝗼𝗻𝗴𝘀𝘁𝗲 𝗺𝗲 𝘄𝗲𝗲𝗿 𝗹𝗲𝘃𝗲𝗻 𝗶𝗻𝗴𝗲𝗯𝗹𝗮𝘇𝗲𝗻.

De astma van mijn dochter heeft voor elkaar gekregen dat ik weer die dingen ging delen die voelde als zeuren. Het zorgde ervoor dat ik mijn gevoelens van angst, schaamte, onveiligheid of ander ongemak aanvaarde en mijn binnenwereld tóch uitte.
Zonder haar was ik alles weg blijven stoppen. Door haar ‘moest’ ik weer, want een leven met astma voor mijn dochter dat wilde ik echt niet. En zo kwam ik telkens meer en meer in contact met mijn pure kind.

Door weer contact te maken met dat meisje in mezelf en alles wat daarbij hoort verdween de astma van mijn dochter. In het begin afbouwen en uiteindelijk stoppen van medicijnen tot bijna geen ophoping van slijm of benauwdheidsaanvallen meer.
Gewoon omdat ik niet meer benauwd doe en alles in het leven omarm van mezelf.

𝐊𝐢𝐩𝐩𝐞𝐧𝐯𝐞𝐥 krijg ik nog steeds als ik hierbij stilsta.

En mijn dochter?
Dat is toevallig een meisje dat zich heel goed kan uiten en dol is op alle emoties. Een mooie spiegel voor mij, o𝐩𝐞𝐧𝐡𝐚𝐫𝐭𝐢𝐠 𝐳𝐢𝐣𝐧 𝐞𝐧 𝐢𝐧𝐭𝐞𝐧𝐬 𝐠𝐞𝐧𝐢𝐞𝐭𝐞𝐧 𝐯𝐚𝐧 𝐚𝐥𝐥𝐞𝐬 𝐢𝐧 𝐡𝐞𝐭 𝐥𝐞𝐯𝐞𝐧. Zij leeft vanuit haar EIGENHEID.”

Mijn ‘Why’ die voelen jullie nu vast ook.

Wat ik hoop is dat 𝐦𝐢𝐣𝐧 𝐯𝐞𝐫𝐡𝐚𝐚𝐥 𝐳𝐚𝐚𝐝𝐣𝐞𝐬 𝐩𝐥𝐚𝐧𝐭 bij anderen.
Het betekent niet dat alle astmatische klachten hetzelfde spiegelen, want ieder kind vertelt zijn ouder een uniek en specifiek verhaal.
Maar weet dat als iets wat je kind doet, heeft of meemaakt je meer raakt dan je zou willen; Er zijn Kindertolken genoeg die je hiermee kunnen helpen.

En samen dragen we bij aan dat het spiegelen algemeen geaccepteerd gaat worden binnen de gezondheidszorg, jeugdzorg, onderwijs, kinderopvang.

𝐋𝐢𝐞𝐟𝐬 𝐀𝐧𝐤𝐞 𝐙𝐞𝐠𝐞𝐫𝐬